‘Ik heb het gevoel dat er met grote letters ‘Vluchteling’ op mijn voorhoofd staat’

Gouda – De redactie van deze krant liep een dagdeel mee op de asielboot aan het Gouwekanaal en sprak meerdere bewoners. Wat is hun verhaal en hoe gaat het met ze? Een inkijkje in het leven van 1 van de 87 mensen die noodgedwongen hun leven volledig op de schop moesten gooien.

Het is vijf over tien als ik de ruimte van de COA-medewerkers binnenloop. Aan de andere kant van hun ‘kantoor’ is een provisorische balie ingericht door een tafel in de deuropening te zetten. Daarachter staan enkele bewoners met vragen. Veel vragen gaan op dit moment over de QR-codes en coronapassen volgens Norisa, de manager.

De meeste bewoners van de boot zijn in het land van herkomst gevaccineerd tegen corona, maar hun vaccinatiebewijzen zijn niet geldig in Nederland. De GGD checkt deze en zet ze -na goedkeuring- om in een Nederlands bewijs. Op het moment dat we erover praten, lijkt het eindelijk gelukt te zijn om dit papieren bewijs van de GGD ook in de app te krijgen. Ik zie blije gezichten, zowel bij de begeleiders als bij de bewoners.

Een docent van 22
Het is een lichtpuntje in een situatie die in alle opzichten onzeker is, al proberen de meeste bewoners, allen mannen, de moed erin te houden en kijken ze het liefst vooruit. Geen mens wil zielig gevonden worden en dat geldt ook voor de bewoners van de boot, zegt Norisa. Ze willen verantwoording nemen voor hun eigen leven.

Dat ze dat ook al op de boot doen, binnen de beperkte mogelijkheden, blijkt even later. Een student geneeskunde uit Syrië heeft zich opgeworpen tot docent. Hij is 22 jaar. Elke dag geeft hij Nederlandse les aan een groepje bewoners. De lesstof bereidt hij voor door Youtube-filmpjes te bekijken. Komen er vragen tijdens de les, dan zoekt hij de antwoorden -die hij zelf ook nog niet weet-  op en komt er de volgende dag op terug. Of hij vraagt het aan een begeleider: ‘Wat is het verschil tussen ‘kan’ en ‘mag’? Of: ‘wanneer gebruik je ‘verstaan’ en wanneer ‘begrijpen’?’

Het verhaal van Dennis
Woonbegeleider Romel brengt me naar Dennis (30) uit Uganda. Dennis had een mooi leven in het Afrikaanse land, met een eigen bedrijf -een kleine drukkerij- die hij samen met zijn broer, een grafisch vormgever, runde. Tien jaar geleden besloot Dennis in Dubai te gaan wonen, waar hij kon werken als ober in een hotel en later als medewerker in een call-center. Hij verdiende goed, zegt hij, ‘Omgerekend 2000 euro per maand.’ Intussen runde zijn broer de drukkerij, waar op een zeker moment een mooie order binnenkwam: het printen van affiches voor de oppositiepartij voor de landelijke verkiezingen in 2021.

Dennis heeft als eigenaar van de drukkerij regelmatig contact met de oppositiepartij en raakt meer betrokken. Hij sluit zich -vanuit Dubai- aan bij de partij. De zaken gaan goed en intussen heeft Dennis in Dubai zijn aanstaande vrouw ontmoet. Zij komt oorspronkelijk uit India. Ze trouwen al snel, omdat vrouwen uit India pas mogen samenwonen na het huwelijk. Het leven lacht hen toe.

Het gaat mis als Dennis zijn paspoort moet verlengen. Hiervoor gaat hij naar de Ugandese ambassade in Dubai. Het duurt lang voordat hij geholpen wordt en er wordt hem verteld dat hij moet wachten op de ambassadeur.

Maar in plaats daarvan komen er plotseling enkele Ugandese mannen binnen die hem meenemen. Dennis krijgt geen nieuw paspoort, maar wordt op last van de Ugandese regering gedurende 8 maanden gevangengehouden in Dubai, zeer waarschijnlijk vanwege zijn banden met de oppositie. Zijn vrouw wordt niet geïnformeerd. Na 8 maanden wordt hem gevraagd of hij ‘wil meewerken’ en moet hij een formulier in het Arabisch ondertekenen. Dan is hij vrij, zegt men. Gezien de totale onzekerheid over de situatie doet hij wat hem gevraagd wordt.

Verdoofd met een injectie
Maar in plaats van Dennis vrij te laten, brengt men hem zonder verdere uitleg naar het vliegveld, vanwaar hij tegen zijn wil in teruggevlogen wordt naar Uganda. Daar aangekomen krijgt hij een ‘corona-vaccinatie’. Althans dat zegt men. Vanaf dat moment weet hij niets meer en hij wordt pas weer wakker in opnieuw een gevangenis-cel. Dit keer in Uganda.

De volgende dag wordt Dennis opgehaald en tot zijn verbazing naar de jongere broer van de president gebracht. Die dwingt hem om als spion te gaan infiltreren in de oppositiepartij. Dennis zegt ja, want inmiddels is hij angstig: als men je zonder proces zomaar gevangen kan zetten, dan kan een regering alles met je doen.

Eenmaal vrij wint Dennis advies in. Hij wil niet als infiltrant werken bij de oppositie, maar voelt zich ook niet meer veilig. Het land verlaten kan hij niet, hij heeft immers nooit zijn nieuwe paspoort gekregen.

Ten einde raad meldt hij zich bij interpol in Uganda om om hulp te vragen. Interpol belooft een paspoort voor hem te regelen. Dennis keert terug naar zijn huis en bedrijf in Uganda, in afwachting van de stappen van Interpol.

Artikel gaat verder na de foto

Een safe-house dat alles behalve een veilig huis is
Enkele dagen later gaat het gruwelijk mis: onbekende, gemaskerde mannen vallen zijn bedrijf binnen, waar hij op dat moment is. Ze binden zijn medewerkers vast, blinddoeken hem en nemen hem mee naar een ‘safehouse’ op een onbekende plek. Het woord ‘safe’ blijkt achteraf vooral cynisch bedoeld te zijn.

Gedurende drie dagen wordt Dennis keer op keer volledig in elkaar geslagen. Zijn gezicht is zo gezwollen dat hij nauwelijks kan kijken en hij verliest twee tanden. Eten krijgt hij niet tijdens deze drie dagen, zelfs geen glas water. Op dag 4 brengen bewakers hem terug naar zijn woonomgeving, waar hij hulp zoekt bij een ziekenhuis. Binnen enkele dagen wordt hij echter opnieuw gearresteerd en vastgezet. Het zijn drie weken vol pijn, vanwege zijn verwondingen.

Slapen in een kooi van 1.30 meter
Korte tijd later wordt Dennis voor de tweede keer geblinddoekt naar een safehouse gebracht. Dit worden de meest gruwelijke vijf weken in zijn leven, vertelt hij.

Hij moet slapen in een afgesloten kooi die hooguit 1,30 meter lang is, waardoor hij dubbelgevouwen moet liggen, hij wordt opnieuw zwaar mishandeld en wordt gedwongen toe te kijken hoe vijf medegevangenen worden geëxecuteerd. Drie van de slachtoffers moet hij helpen begraven. Elke dag leeft hij in doodsangst.

Pas als een oudere vrouw opmerkt dat hij niet mag worden gedood, omdat hij immuniteit heeft vanwege zijn gesprek met de broer van de president, keert het tij en wordt hij van het ene op het andere moment vrijgelaten.

Bestemming onbekend
Dennis duikt dit keer direct onder. Zijn moeder laat hem kort daarna weten dat men opnieuw naar hem op zoek is en dat men schermt met een arrestatiebevel.

Met hulp van een advocaat en de immigratiedienst, die voor hem een paspoort regelt, weet Dennis uiteindelijk uit Uganda te ontsnappen. Een douane-beambte die in het geheim samenwerkt met de advocaat laat hem zonder controle passeren. Pas nadat Dennis voorbij de douane is, hoort hij waar hij naartoe gaat: Nederland.

Gedurende al deze maanden is zijn vrouw in Dubai gebleven. Zij krijgt ook nu nog regelmatig dreigtelefoontjes.

‘Ik voel me al snel teveel’
Als ik Dennis vraag naar zijn dromen, dan zegt hij: ‘Gewoon veilig en gelukkig leven met mijn vrouw. Waar dat is, dat maakt mij niet uit. Ik ben niet in de positie om kieskeurig te zijn. Als ik maar ergens kan wonen waar ik adem kan halen zonder angst voor martelingen of erger.’

Terug naar Uganda kan hij niet meer. Daar ligt een arrestatiebevel op hem te wachten.

Als laatste vraag ik hem hoe hij zich nu voelt. Dennis zegt heel blij te zijn met zijn plekje op de boot. Hij maakt af en toe een praatje met de andere bewoners. Maar hij zit ook vaak alleen met zijn gedachten.

Hij vertelt me dat als hij in een openbare bus zit, hij helemaal achterin kruipt. En als hij in een winkel iets moet vragen, voelt hij zich op voorhand bezwaard. Ik vraag hoe dat komt.

‘Als je bent gemarteld en je leven niet zeker bent geweest, doet dat iets met je zelfvertrouwen,’ zegt hij, ‘Ik voel me al snel te veel. Het is net alsof er met grote letters ‘Vluchteling’ op mijn voorhoofd staat.’

Procedure
De bewoners van de asielboot aan het Gouwekanaal zitten allemaal in de aanmeldfase, waarin door het IND nagegaan wordt of hun asielaanvraag geaccepteerd kan worden. Zo is voor de meeste Syrische vluchtelingen vrij duidelijk dat ze niet terug kunnen keren naar hun vaderland dat in oorlog verkeert.

Bij vluchtelingen uit Iran moet er bewijs zijn dat zij in gevaar zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als mensen een andere seksuele geaardheid of een ander geloof hebben dan de overheid voorschrijft.

Ook in Pakistan lopen mensen het risico te worden vermoord vanwege hun geloof.

Na de aanmeldfase zijn er drie uitkomsten: 1) Acceptatie: dan begint hun feitelijke asielprocedure en stroomt men door naar een regulier asielzoekerscentrum (AZC), 2) Nader onderzoek, wat lang kan duren en 3) Weigering. In het laatste geval gaan vluchtelingen ook naar een AZC en wordt de terugreis voorbereid.

Van de redactie – Marlen Visser