Gemeente Gouda over de Turfmarktkerkaffaire: ”achteraf makkelijk praten’

Gouda/Den Haag – Vanmorgen werd in Den Haag de rechtszaak behandeld over de sloop van de Turfmarktkerk. Inzet was de vraag of het Goudse College de kerk destijds terecht heeft gesloopt of niet. Was er instortingsgevaar?

De zitting werd voorgezeten door drie rechters. Eigenaar van de voormalige kerk Khalid Boutachekourt (KB) werd door twee advocaten vertegenwoordigd. Het College liet zich door één advocaat bijstaan. Verder waren de vrouw van KB, Jan de Koning (GBG) en voormalig raadslid Frederik Stroop van Renen aanwezig. Ook had de gemeente een expert ingeroepen, een van de betrokken constructeurs, van Geelhoed Engineering.

Belangrijkste stuk in de zaak was het advies dat het StAb in december vorig jaar uitbracht. Daarin stond dat instortingsgevaar niet was aangetoond. De gemeente voer op de koers dat dat achteraf makkelijk praten is. Hun advocaat benadrukte telkens opnieuw dat er onder grote tijdsdruk is gehandeld. Doorvragen van de Rechtbank over de volgorde van handelen kon de raadsman niet aan het wankelen brengen. Ook niet op de vraag waarom dagenlang was gewacht, na de inspecties op 17 en 18 oktober. Pas op 23 oktober werd ingegrepen, was er dan wel echt urgentie en instortingsgevaar geweest?

Volgens de raadsman is met de kennis van toen goed gehandeld. ‘Het is voor het StAB makkelijk oordelen achteraf’, zei hij. En makkelijk om op de bestuurders stoel te gaan zitten.

Artikel gaat verder na de foto

Pijnlijk werd de zaak even toen de rechter vroeg waarom men KB de kerk niet had laten slopen, na de noodverordening. Ze hadden de kerk na het stucwerk van toen toch terug kunnen geven? Daarvoor was er geen vertrouwen, antwoordde de raadsman. Hierop kwam hij op de proppen met achterstallige betalingen en wantrouwen over de intenties van KB. Raadsman Dalmolen van KB schoot hierop even uit zijn slof.

KB zelf antwoordde even later dat hij zich zwartgemaakt voelt. En dat hij zich door dit handelen van de gemeente zeer aangetast voelt.

De vraag of alleen een visuele inspectie van de kerk voldoende was om vast te stellen dat er instortingsgevaar was werd ook uitgebreid besproken. Volgens een hoogleraar, die eerder door de gemeente werd ingehuurd en volgens de aanwezige constructeur van Geelhoed was dit niet ongebruikelijk. Je hebt geen tijd om uitgebreid metingen uit te voeren, zei hij. “Dat kost tijd en is kostbaar, dat doe je niet aan een pand dat wordt gesloopt”.

Het meest kwetsbaar was het betoog van het College over het risico op instortingsgevaar. Als er ook maar een kleine twijfel was, zo redeneerde hun raadsman, dan was sloop gerechtvaardigd. Dit omdat de gemeente zorg draagt voor de veiligheid. De rechter vroeg hierop flink door, schijnbaar niet overtuigd van de redenatie.

Tenslotte ging de zaak nog over het ‘kostenverhaal’. Gemeente Gouda heeft een claim bij de eigenaar neergelegd van ruim 5 ton, voor de sloop van de kerk. Wat gebeurt daarmee als de rechter de conclusie volgt van het StAB? De College raadsman vond dat het op dat moment juist handelen ook rechtvaardigde dat alle kosten bij de eigenaar werden gelegd. KB’s advocaat was het daarmee volstrekt oneens.

Na twee en half uur wisten de rechters genoeg. De uitspraak volgt op 21 mei.